Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit kan op verschillende manieren worden bepaald. Feitelijk komen alle budgetten, ook vrije reserves of bestemmingsreserves waarvan de bestemming nog gewijzigd kan worden, in aanmerking voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. Om praktische redenen worden in deze paragraaf alleen de (nog) niet geoormerkte budgetten meegenomen voor de bepaling van de weerstandscapaciteit, deze ziet er daarmee als volgt uit (peildatum 31-12-2023):
Beschikbare weerstandscapaciteit | |
Dekkingen | Omvang |
---|---|
Risicoreserve (stand jaarrekening 2023) | € 3.293.210 |
Algemene reserve (stand jaarrekening 2023) | € 6.512.077 |
Resultaat 2023 | - € 1.624.097 |
Begrotingssaldo 2024 | € 1.237.000 |
Bijstelling o.b.v. 1e berap 2024 | - € 3.830.000 |
Incidentele begrotingsruimte | € 45.000 |
Totale weerstandscapaciteit | € 5.633.190 |
De standen van de algemene en de risicoreserve betreffen de saldi zoals in deze jaarrekening opgenomen conform het overzicht reserves. Bij het bepalen van de weerstandscapaciteit is bij 'Resultaat 2023' het voorlopige rekeningresultaat opgenomen inclusief voorgestelde resultaatbestemming.
De weerstandscapaciteit komt uit op € 5,6 miljoen. Dit is € 0,3 miljoen lager ten opzichte van de meeste recente herziening van de weerstandscapaciteit (in de begroting 2024). Dit verschil wordt vooral veroorzaakt door een hoger saldo algemene reserve (€ 1 mln), een lager rekeningstekort 2023 (€ 1,3 mln) en verwacht nadelig begrotingssaldo 2024 (€ 2,6 mln).
Algemene reserve
De algemene reserve is meegeteld omdat hierop geen nadere verplichtingen rusten. Die verplichtingen zijn afgedekt via de bestemmingsreserve "te besteden gemeentelijke budgetten" en de overige bestemmingsreserves. Om die reden komt ook de (vrij te besteden) algemene reserve in aanmerking voor de berekening van de weerstandscapaciteit.
Onbenutte belastingcapaciteit
Bestaand beleid is dat er bij afval en riool al naar100% kostendekkendheid wordt gestreefd. Ten aanzien van de onbenutte belastingcapaciteit gaat het dan vooral over de OZB. Hiervoor geldt als uitgangspunt dat maximaal de inflatiecorrectie wordt gehanteerd. Om die redenen wordt de onbenutte belastingcapaciteit bij de berekening van de weerstandscapaciteit buiten beschouwing gelaten omdat deze door dat uitgangspunt feitelijk niet aanwezig is.
Voor de hoogte van de OZB geldt overigens ook geen voorgeschreven norm, behalve bij een eventuele “artikel 12-aanvraag”, dan geldt een normtarief voor de OZB als één van de toelatingseisen. In dat geval dient een gemeente minimaal 20% meer OZB te heffen dan het landelijk gemiddelde. Op basis van die norm bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit voor de gemeente Rheden afgerond € 2,3 miljoen.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico's op te vangen. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en het risicoprofiel. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in de weerstandsratio.
Weerstandsratio | jaarrekening 2022 | Begroting 2024 | jaarrekening 2023 |
---|---|---|---|
Totale weerstandscapaciteit | 12.113.528 | 5.956.867 | 5.633.190 |
Risicoprofiel | 7.150.000 | 7.450.000 | 9.700.000 |
Weerstandsratio | 1,7 | 0,8 | 0,6 |
Weerstandsratio
Voor een nadere duiding van de ratio kan onderstaande normtabel worden gehanteerd.
Weerstandsratio | Betekenis |
---|---|
> 2,0 | Uitstekend |
1,4 - 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 - 1,4 | Voldoende |
0,8 - 1,0 | Matig |
0,6 - 0,8 | Onvoldoende |
< 0,6 | Ruim onvoldoende |
Conclusie
Het risicoprofiel is ten opzichte van de begroting 2024 (laatste herziening) gestegen met € 2,25 miljoen en de weerstandscapaciteit is licht gedaald met € 0,3 miljoen.
Als gevolg van deze mutaties daalt de weerstandsratio van 0,8 (stand begroting 2024) naar 0,6 met de kwalificatie ‘onvoldoende’. Van belang blijft derhalve om in de komende jaren rekeningoverschotten te creëren om daarmee onze algemene reserve en daaruit voortvloeiend de weerstandscapaciteit te kunnen verhogen.