Programma's

1. Samenleving

Programma 1. Samenleving

(Bedragen x € 1.000)

Rekening

Primi-
tieve
begroting

Gewijzig-
de begro-
ting

Rekening

Saldo

2022

2023

2023

2023

2023

Lasten

4.2 Onderwijshuisvesting

2.569

2.533

2.533

2.701

-168

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

3.103

2.615

2.804

3.078

-274

5.1 Sportbeleid en activering

449

458

472

574

-102

5.2 Sportaccommodaties

4.084

3.873

4.000

4.780

-780

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

874

694

692

887

-195

5.6 Media

886

887

887

901

-14

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

3.066

3.845

3.865

9.689

-5.824

6.2 Wijkteams

515

602

606

577

29

6.3 Inkomensregelingen

24.317

18.878

22.504

23.846

-1.342

6.4 Begeleide participatie

9.211

9.758

11.267

10.470

797

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

2.090

2.640

2.609

2.414

195

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

14.987

14.713

15.577

15.031

547

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

15.396

16.114

16.810

16.991

-182

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

928

200

933

886

47

7.1 Volksgezondheid

1.653

1.737

2.682

2.049

632

subtotaal

84.129

79.546

88.242

94.876

-6.634

Baten

4.2 Onderwijshuisvesting

440

475

475

480

5

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

1.435

940

940

1.012

72

5.1 Sportbeleid en activering

14

10

10

510

500

5.2 Sportaccommodaties

1.569

1.412

1.412

1.605

193

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

150

100

100

5.6 Media

0

0

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

193

234

234

7.452

7.219

6.2 Wijkteams

65

65

6.3 Inkomensregelingen

15.366

14.228

16.437

18.304

1.866

6.4 Begeleide participatie

175

478

708

582

-125

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

470

474

554

520

-34

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

503

5

296

540

244

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

90

22

755

184

-571

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

0

7.1 Volksgezondheid

29

0

1.008

176

-832

subtotaal

20.434

18.278

22.829

31.529

8.700

Saldo van baten en lasten

-63.695

-61.268

-65.413

-63.347

2.066

Reserves

Toevoeging

2.235

0

0

83

-83

Onttrekking

2.285

219

2.091

2.378

287

Resultaat

-63.646

-61.048

-63.322

-61.051

2.270

Belangrijkste afwijkingen

Taakveld (afwijkingen per taakveld => 50.000)

Bedrag in € 1.000

Inc. / Struct.

4.2 Onderwijshuisvesting

-164

I / S

De overschrijding heeft als belangrijkste oorzaken hogere onroerend zaak belasting (-/- 32 k), hogere verzekeringskosten (-/- 48K) en hogere onderhoudskosten inclusief asbestsanering en schades (-/- 121K).
In 2023 is gestart met het uitvoeringsplan onderwijshuisvesting. Daarvoor hebben we verschillende werkzaamheden laten uitvoeren, zoals een scenario onderzoek en een leerlingprognose. Er is advies ingewonnen over het huurbeleid voor de kinderopvang en er is een projectleider ingeschakeld voor de uitrol van het huisvestingsplan.
Los van het huisvestingsplan heeft bij de Bernhardschool asbestsanering plaatsgevonden en bij de brede school Het Kasteel is niet begroot adhoc onderhoud uitgevoerd.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

-202

I / S

De overschrijding is samengesteld uit hogere personeels-/ en overige kosten (-/- 169K). In het resultaat op de overige kosten is een onderschrijding opgenomen op leerlingenvervoer (+/+ 38K) en op diverse posten (+/+  49K), waaronder subsidies. Op OAB en SMI is er een overschrijding van in totaal -/- 256K die voornamelijk te verklaren is uit het feit dat het niet bestede deel van speciale uitkering OAB niet in het resultaat mag vrijvallen maar conform regelgeving moet worden gereserveerd op de balans om OAB-uitgaven voor de komende jaren te dekken.

5.1 Sportbeleid en activering

397

I / S

De op dit taakveld verantwoorde personeelskosten zijn lager dan begroot (+/+ 37K). Voor sportstimulering zijn extra uitgaven gedaan in het kader van de Specifieke uitkering noodfonds energie amateursportverenigingen (79K). Voor deze extra lasten heeft de gemeente van het Rijk ook de extra middelen ontvangen.
Daarnaast zijn er extra middelen als baten verantwoord vanuit de regionale toegekende IZA-gelden (+/+ 13K), gereserveerde post Sportakkoord 2020-2022 (+/+ 31K) en de met ingang van 2023 toegekende regeling Brede SPUK (+/+ 339K).

5.2 Sportaccommodaties

-588

I / S

Het resultaat is samengesteld uit een aantal componenten, waaronder als belangrijkste posten:

  • De op dit taakveld verantwoorde personeelslasten zijn hoger dan begroot (-/- 476 K) onder andere door extra inhuur voor schoonmaakwerkzaamheden en toezicht zwembaden mede als gevolg van ziekte. Voor totaalanalyse personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf bedrijfsvoering onderdeel Personeel & Organisatie.
  • Hogere inkomsten zwemlessen en entreegelden (+/+ 92K).
  • Hogere inkomsten uit verhuur en ter beschikking stellen van sportaccommodaties (+/+ 131K), onder andere als gevolg van een verrekening van een post uit 2022.
  • Lagere inkomsten vanuit het Rijk (-/- 105K), grotendeels als gevolg van een lager toegekend bedrag SPUK 2023 doordat het totaalbedrag van alle aanvragen landelijk hoger is dan het uitkeringsplafond. Hierdoor werd het bedrag naar rato  verdeeld onder de aanvragers.
  • Met betrekking tot onderhoud & beheer (inclusief storting voorzieningen) van de sportaccommodaties is sprake van een nadeel van 363K.

De overschrijding is voorlopig als incidenteel aan te merken. Komende maanden wordt een analyse van de investering en exploitatie van het Biljoenbad afgerond waaruit gaat blijken of een deel van de overschrijding structureel is.

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie

-95

I / S

De overschrijding op dit taakveld bestaat voornamelijk uit verstrekte subsidies aan cultuurinstellingen in het kader van de Covid-steunmaatregelen (-/- 150K). Hiervoor is een zelfde bedrag onttrokken aan de bestemmingsreserve Covid-19, opgenomen onder taakveld 0.10. Per saldo is hier geen negatief saldo omdat de baten bestemmingsreserve op een ander taakveld staan.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

1.395

I / S

De onderschrijding kent een aantal componenten waarvan de belangrijkste zijn:

  • Er zijn lagere uitgaven voor Algemene Diensten & Toegang (+/+ 81K) door de bijdrage van 85Kuit de met ingang van 2023 toegekende regeling Brede SPUK. Voor Leefbaarheid en Activering is eveneens een onderschrijding (+/+ 153K).
  • Het budget vanuit de zgn. POK-middelen (ten behoeve van de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening met als speerpunten de wijkteams en het rechtsbeschermingssysteem) is voor een deel nog niet besteed (+/+ 156K)
  • De uitgaven voor transformatie blijven 103K onder het budget, doordat een hogere opbrengst uit de financiële afwikkeling over de jaren 2022 en 2023 van de  inzet van de afdeling Samenleving voor de gemeente Rozendaal.
  • Het deel van de inzet van de gemeente Rheden ten behoeve van de opvang van ontheemden uit Oekraïne, heeft een voordelig resultaat van 825K opgeleverd. Een ander deel van het resultaat is verantwoord in taakveld 6.3.

De onderschrijding is voorlopig als incidenteel aan te merken. De bijdrage van het Rijk voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne wordt naar verwachting afgebouwd.

6.2 Wijkteams

94

I / S

De onderschrijding bestaat onder andere uit lagere lasten Veilig Thuis (+/+ 12K) en lagere lasten Preventief Jeugdbeleid (+/+ 41K). Tevens is hier een bijdrage verantwoord van 65K uit de met ingang van 2023 toegekende regeling Brede SPUK.

6.3 Inkomensregelingen

524

I

De onderschrijding bestaat onder meer uit:

  • hogere Rijksbijdrage BUIG (+/+ 138K)
  • lagere lasten BUIG (+/+ 111K)
  • de lasten van kwijtscheldingen zijn lager dan begroot (+/+ 32K)
  • de uitgaven voor bijzondere bijstand zijn lager dan begroot (+/+ 198K), en bestaat voornamelijk uit de hogere vergoeding dan voorzien die ontvangen is voor de inzet bij de afwikkeling van de toeslagenaffaire over 2021 en 2022 (+/+ 118K).
  • de voorziening debiteuren samenleving is 226K hoger uitgevallen
  • de op dit taakveld verantwoorde personeelslasten zijn hoger dan begroot (-/- 736K) door onder andere hogere kosten voor functioneel beheer en de extra inzet voor de uitvoering van de energietoeslag en de ondersteuning bij de toeslagenaffaire. Voor totaalanalyse personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf bedrijfsvoering onderdeel Personeel & Organisatie.
  • Het deel van de inzet van de gemeente Rheden ten behoeve van de opvang van ontheemden uit Oekraïne, heeft een voordelig resultaat van 968K opgeleverd. Een ander deel van het resultaat is verantwoord in taakveld 6.1. De VNG adviseert om de niet bestede middelen te reserveren voor de jaren na 2023.

Voor wat betreft het BUIG-budget is de Rijksbijdrage hoger uitgevallen dan begroot en zijn de uitgaven juist iets lager geweest dan begroot, dat zorgt voor een positief saldo op dit onderdeel.
Wat betreft de bijzondere bijstand is het positieve saldo het gevolg van verschillende kleine onderschrijdingen (o.a. de subsidies, diensten van derden* en inkomensoverdrachten rijk**) die afzonderlijk te verklaren zijn. Tezamen tellen ze op tot het genoemde bedrag van bijna twee ton. Het gaat om “incidentele meevallers” waarvan de verwachting is dat ze in 2024 niet meer plaats zullen vinden.”

* dienstverlening Kredietbank

**aanpak energiearmoede

6.4 Begeleide participatie

672

I / S

Het resultaat op dit taakveld kent als belangrijkste oorzaken:

  • Lagere kosten voor MGR-module WgSW en Beschut Werk (+/+ 353K). Voor de SW (Werkvoorzieningschappen) is er meer uitstroom dan begroot en was is de loonstijging lager geweest dan verwacht.
  • Lagere lasten voor re-integratie (+/+ 266K) ten opzichte van het bij de 2e Berap 2023 fors verhoogd budget. Dit komt doordat in de breedte minder re-integratie-instrumenten zijn ingezet dan verwacht, wat aansluit bij de mogelijkheden van de inwoners in ons bestand en de trend die we hierin zien: de doelgroep uit het doelgroepenregister stijgt minder hard en voor andere klantgroepen geldt dat voor een groeiende groep de inzet van re-integratie-instrumenten nog een brug te ver is (en wordt ingezet op vrijwilligerswerk en activiteiten in de sociale basis).
  • Per saldo lagere lasten voor inburgering (+/+ 319K) door met name lagere kosten (+/+ 174K), de hogere vergoeding dan voorzien die ontvangen is voor inburgering over 2022 (+/+ 123K) en de bijdrage vanuit de gemeente Doesburg.
  • Hogere personeelskosten (-/- 267K) met name door inzet op inburgering.

De onderschrijding is voorlopig als incidenteel aan te merken.

6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)

162

I / S

De onderschrijding is opgebouwd uit een aantal posten waarvan de belangrijkste zijn:

  • de lasten van het Wmo-vervoer (als onderdeel van het doelgroepenvervoer dat door de BVO DRAN wordt uitgevoerd) zijn lager dan begroot (+/+ 112K)
  • de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen is lager dan begroot (-/- 30K)
  • Op dit onderdeel zien wij een positief resultaat wat deels veroorzaakt wordt door minder kosten voor woningaanpassingen dan waar rekening mee gehouden is in de begroting. Dit positieve resultaat moet wel als incidenteel gezien worden. De voorspelbaarheid van inzet grote woningaanpassingen is ieder jaar moeilijk te maken. Daarbij kan het zo zijn dat één woningaanpassing een forse financiële investering betekent met direct een grote invloed op de financiën. Daarnaast zien wij een positief financieel resultaat terug als gevolg van een terugfactuering op de post collectieve vervoersvoorzieningen dit jaar.

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

790
-753
  37

I / S

Taakvelden 6.71 en 6.72 Maatwerkdienstverlening 18+ en 18- vertonen per saldo een voordelige afwijking van 37K en dit behoeft als zodanig geen nadere toelichting. Per taakveld is echter sprake van een substantiële afwijking die op hoofdlijnen onderstaand is toegelicht.

De onderschrijding op taakveld 6.71 is op te splitsen in de volgende posten:

  • lagere lasten voor Huishoudelijke Hulp (+/+ 119K).
  • lagere lasten Coördinatie thuiszorg / Mantelzorg / Vrijwilligerswerk (+/+ 293K). Hierin zijn de extra middelen als baten verantwoord vanuit de regionale toegekende IZA-gelden (+/+ 172K).  
  • de lasten van ZiN (Zorg in Natura) – Begeleiding (inclusief aandeel Sociale Basis en Activerend Werk) zijn lager dan begroot (+/+ 250K). In de lasten van ZiN is een bedrag opgenomen voor nagekomen meerkosten bij zorgaanbieders als gevolg van Corona-beperkingen (28K).
  • de op dit taakveld verantwoorde personeelslasten zijn lager dan begroot (+115K).
  • overige afwijkingen per saldo voordelig 13K.

Het Rijk heeft een aanzienlijk bedrag aan SPUK gelden ter beschikking gesteld voor ondersteuning aan mantelzorgers en vrijwilligers initiatieven. Deze financiële tegemoetkoming vanuit het rijk was nog niet bekend op het moment van opstellen van de begroting 2023 en daarom hierin nog niet meegenomen. Dit verklaard voor een groot deel het positieve resultaat op dit taakveld. 
Daarnaast zijn de uitgaven voor hulp bij het huishouden minder dan begroot voor het  jaar 2023. Dit werd mede veroorzaakt door de arbeidsmarktproblematiek in deze sector waardoor zorgaanbieders minder uren leverden dan verwacht. Wij zien ook dat de begroting op het onderdeel individuele Wmo begeleiding een positief resultaat laat zien ten opzichte van begroot. De groei in gebruik van deze vorm van ondersteuning is, mede door inzet van voorzieningen uit onze sociale basis, minder groot dan begroot. Echter zien wij nog steeds groei in het aantal inwoners dat hulp en ondersteuning vraagt aan de gemeente vanuit de Wmo. Daarmee zijn de resultaten op de onderdelen hulp bij het huishouden en individuele begeleiding incidenteel van aard.

De overschrijding op taakveld 6.72 is op te splitsen in de volgende posten:

  • de lasten van ZiN (Zorg in Natura) – Jeugdzorg (inclusief aandeel Sociale Basis en Lumpsum-afspraken) zijn hoger dan begroot (-/- 620K). In de lasten van ZiN is een bedrag opgenomen voor nagekomen meerkosten bij zorgaanbieders als gevolg van Corona-beperkingen (21K).
  • per saldo lagere lasten voor uitvoering en innovatie (+/+ 20K). Hierin zijn de extra middelen als baten verantwoord vanuit de regionale toegekende IZA-gelden (+/+ 161K).  
  • de verantwoorde personeelslasten zijn hoger dan begroot (-/-154K ). Voor totaalanalyse personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf bedrijfsvoering onderdeel Personeel & Organisatie.

In 2023 hebben jeugdigen uit Rheden te maken gehad met begeleiding en behandeling voor de psychosociale en/of psychiatrische problematiek of gespecialiseerde opvoedkundige ondersteuning voor ouders. Hiermee zorgen we voor dat deze jeugdigen nu en in de toekomst mee kunnen doen in de samenleving.

Het overgrote deel (680K) van deze overschrijding, komt door hogere personeelslasten. Die komen voort uit jarenlange onderbudgettering van de toegang jeugd. Hierdoor waren we genoodzaakt om duurder tijdelijk personeel in te huren. Naar aanleiding van benchmarkonderzoek door Berenschot, bleek dat Rheden ongeveer de helft van de benodigde FTE budgetteerde. Voor de begroting 2024 is dit gerepareerd met een ophoging van het personeelsbudget voor toegang jeugd.

De overige 250K aan overschrijding betreft verleende jeugdhulp. We constateren dat ten op zichte van 2022 met name meer jeugdigen gebruik moesten maken van hoog-specialistische vormen van jeugdhulp verblijf; met bijkomende hogere uitgaven hiervoor.

Daarnaast bekostigen we vanuit dit taakveld zo'n 400K aan dienstverlening in de sociale basis (POH-jeugd-Ggz en bijdrage aan de Opdracht Sociale Basis).

Ten opzichte van de rijksbijdrage die voor het cluster jeugdhulp via de algemene uitkering aan Rheden wordt toebedeeld (19,4 miljoen) blijft de uitgave op de taakvelden (6.72 en 6.82) in 2023 hier ruimschoots onder (1,5 miljoen).

6.82 Geëscaleerde zorg 18-

47

I / S

Het resultaat op dit taakveld vereist geen nadere duiding, maar gezien de relatie met taakveld 6.72 (het andere taakveld dat onderdeel is van Jeugdzorg) wordt ook hier een toelichting gegeven. Op dit taakveld zijn opgenomen de lasten van jeugdzorg (ZiN) gericht op bescherming en veiligheid. De aantallen jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel en/of jeugdreclasseringsmaatregel zien we de laatste jaren iets afnemen.

Jeugdigen die ernstig in hun veiligheid bedreigd worden, staan onder toezicht van de jeugdbescherming. De kwaliteit van de jeugdbescherming staat al jaren onder druk. Om die te verbeteren is landelijk bepaald dat de jeugdbeschermers minder gezinnen per persoon hoeven te bedienen. Daarnaast zien we het aantal jeugdigen met een beschermingsmaatregel al jaren dalen. Per saldo is er daarom geen sprake van substantiële verhoging van uitgaven om de bescherming van jeugdigen mogelijk te maken.

7.1 Volksgezondheid

-200

I / S

In het saldo zijn begrepen lagere lasten voor collectieve preventie GGZ (+/+ 39K) doordat er minder subsidies zijn verstrekt, lagere lasten voor Jeugdgezondheidszorg (+/+  79K), hogere bijdrage aan VGGM en per saldo hogere lasten voor Volksgezondheid (-/- 218K). In deze laatste post is 194K te verklaren uit het feit dat het niet bestede deel van speciale uitkering Brede SPUK niet in het resultaat mag vrijvallen maar conform regelgeving moet worden gereserveerd op de balans om Brede SPUK-uitgaven voor de komende jaren te dekken.

0.10 Mutaties reserves

204

I / S

Het saldo van de voordelige afwijking bestaat uit:

  • niet verwerkte begrote onttrekking reserves Sportbedrijf (-/- 40K)
  • niet begrote toevoeging aan bestemmingsreserve NTBGB (Integrale Wijk Aanpak) in verband met niet besteden incidenteel budget (-/- 48K)
  • niet begrote toevoeging aan bestemmingsreserve NTBGB (Theothorne) in verband met niet besteden incidenteel budget (-/- 34K)
  • niet begrote onttrekking reserve COVID-19 (+/+ 150K)
  • niet begrote onttrekking aan reserve Maatregelen Energie-armoede (+/+ 176K).

Totaal

2.270

Deze pagina is gebouwd op 07/15/2024 14:18:47 met de export van 07/15/2024 14:14:50